Moestuintips
We helpen jou graag op weg naar
een succesvolle en smaakvolle oogst!




Bloemen
1
Wanneer zaaien?
​Zaaiperiode buiten: april - juni, indien gewenst binnen voorzaaien vanaf eind maart.
Zorg dat de grond luchtig, onkruid- en grasvrij is, meng het zaad met een beetje zand om goed te zien hoe dun/dicht je uitstrooit, strooi het zaad gelijkmatig uit, druk de grond goed aan en bewater.
Als de plantjes te dicht bij elkaar uitkomen, kan je uitdunnen om
grotere bloemen te krijgen (ideale afstand tussen planten 20-30cm)
Zomergroenten
1
Wanneer zaaien?
Onze grootste tip: zaai niet té vroeg binnenshuis als het nog lang wachten is op de laatste vorst. Pas na 15 mei kan het in ons land niet meer vriezen. Dus het is risicovol om jouw gezaaide plantjes voordien buiten uit te planten. Mogelijks verlies je ze als het begin mei nog eens durft vriezen. En dat gebeurt.
Voor tomaten kan je voor overdekte teelt in de serre voorzaaien in huis in de eerste helft van maart (wij doen dit steeds rond 10 maart). Ga je jouw planten buiten op een zonnig terras of in de moestuin uitplanten dan raden we aan om te wachten tot de tweede helft van maart om binnen voor te zaaien.
​
Voor overdekte teelt kan je vanaf midden februari pepers, paprika’s en aubergines voorzaaien in huis. Voor buitenteelt kan je gerust nog wachten tot begin-midden maart.
2
Hoe zaaien?
-
Wel de zaadjes 12 uur, niet langer, in warm (niet kokend) water. Deze stap is optioneel, maar kan zorgen voor snellere ontkieming.
​
-
Maak een mengsel van de helft biologische zaai- of potgrond zonder turf en de helft (eigen) compost. Of indien je dit hebt, kan je gaan voor 1/3de van beiden en hieraan 1/3de perliet of vermiculiet toevoegen. Het gebruik van een van deze mineralen is geen must, maar zorgt voor voldoende luchtigheid en goed geregelde vochtafname.
​
-
Vul jouw potjes of zaadtrays (rechthoekige bakjes, hoeft niet per se waterdoorlatend te zijn) met een paar cm van het mengsel. Leg de zaadjes erop (ong. 3 cm tussen de zaadjes). Bedek de zaadjes opnieuw met een aantal mm van het mengsel. Plaats de zaadjes op een warme plek boven de verwarming, koelkast…​
3
Na ontkieming
-
Eens ontkiemt, zorg je ervoor dat de zaailingen naast een natuurlijke lichtbron staan. Zet ze bij voorkeur voor een zuidgericht raam. Je wil geen lange, smalle (lees: zwakke) stengels kweken. De zaailingen mogen dus niet moeten 'reiken' naar het zonlicht. Je kan ook werken met groeilampen, al zijn wij vooral voorstander van het gebruiken van natuurlijke zonne-energie.
-
Verspeen zaailingen naar een afzonderlijk potje zodra ze 2–4 echte blaadjes hebben. Doe dit voordat ze te groot worden, zodat elke plant genoeg licht en voeding krijgt. Plant ze diep in nieuwe potjes, zodat er extra wortels langs de stengel kunnen groeien.
​
-
Bewater de jonge plantjes regelmatig met mate. Laat ze niet uitdrogen, maar ze mogen ook niet te vochtig staan.
4
Wanneer uitplanten
Plant de jonge tomaten, pepers, paprika’s en aubergines uit in de serre vanaf begin mei. Of plant ze buiten uit in een pot (min: 30 cm diameter en 30–40 cm diep) op een zonnig terras of in volle grond na 15 mei (=laatste kans op nachtvorst). Voorzie 40–50 cm tussen planten in de rij en 50–60 cm tussen de rijen.
​
Het veiligste is om de planten eerst langzaam af te harden dwz te laten wennen aan de buitenomstandigheden (zon, wind, temperatuur).
​
Zo doe je dit:
-
Zet de planten eerst een paar uur per dag buiten op een beschutte plek.
-
Verleng dit dagelijks en zet ze geleidelijk meer in zon en wind.
-
Na ongeveer een week zijn ze klaar om volledig buiten te blijven of uitgeplant te worden.
5
Verzorging na uitplant
-
Water geven: altijd aan de voet van de plant, niet op de bladeren. Zo vermijd je schimmelziekten. Geef liever minder vaak maar veel water, zodat de wortels diep groeien.​​
​
-
Steun voorzien: bind de plant losjes vast aan een stok, spiraal of touw. Blijf regelmatig bijknippen en aanbinden terwijl de plant groeit, zodat ze rechtop blijft en niet breekt.
​
-
Dieven verwijderen: in de oksels (tussen hoofdstengel en zijtak) groeien kleine scheutjes. Snij ze regelmatig weg, zo gaat de energie naar bloemen en vruchten.​
​
-
Zijtakken verwijderen: eens de onderste tros gerijpt is, snij je stelselmatig meer zijtakken van onder naar boven weg (2 tot 3 per keer). Zo bereikt het zonlicht optimaal de volgende rijpende trossen.